top of page

Workshop poëzie schrijven

  • maidersmet
  • 28 jan 2024
  • 6 minuten om te lezen

Op 25 januari 2024 werd het startsein gegeven voor 'De week van de poëzie', een jaarlijks terugkerend initiatief dat kort gezegd de grootste promotiecampagne voor poëzie in Vlaanderen en Nederland is. De eerste editie ging door in 2000. Vierentwintig jaar later zorgen dichters, literaire organisaties, scholen, bibliotheken en andere er nog steeds voor dat in de laatste week van januari de donkere dagen een poëtische invulling krijgen.

Mijn plaatselijke bibliotheek organiseerde deze keer een workshop poëzie onder leiding van Eric Clavie en daar wilde ik heel graag bij zijn.



Donderdag 25 januari

Op donderdagavond 20.00 uur stipt verzamelen negen nieuwsgierigen zich in de bibliotheek van Borsbeek. Een allegaartje van jong en oud heeft wel zin in een poëzieworkshop. Ook onze plaatselijke dorpsdichter Jan Somers is van de partij. Heel even dacht ik dat hij de workshop zou begeleiden, tot Eric Clavie binnenwandelt en ons allen welkom heet.





Eric is de auteur van de Benno-jeugdboeken. Hij creëert en speelt schoolvoorstellingen, schrijft toneelvoorstellingen, vertelt, coacht en regisseert. Daarnaast organiseert hij workshops zoals deze voor leerlingen en volwassenen.




We beginnen met een kennismakingsrondje: 'Wie ben je, wat brengt je hier en lees je veel poëzie?'

De drijfveren zijn zeer uiteenlopend en gaan van onderdompelen en zich laten verrassen tot talent weer van onder het stof halen.

Zelf kom ik als toekomstige leerkracht. Ik ben vooral benieuwd naar de aanpak en wil met mijn ogen en oren komen stelen. Ik hoop geïnspireerd te raken en later zelf een interactieve les poëzie in elkaar te kunnen boksen.

Poëzie kruist mijn pad af en toe en kan me ook ontroeren, maar ik zal niet snel zelf naar een dichtbundel grijpen.



Wat is poëzie?

De volgende vraag die op ons afgevuurd wordt is 'Wat is poëzie?'

Ook hier zijn de antwoorden divers en zelfs poëtisch op zich. Poëzie is ritme, een gevoel, interpretatie, indeling, witregels, voor ieder wat wils, een lied zonder zingen, taal die glijdt en klinkers die klinken.

Onze gezamenlijke conclusie? Talige kunst op een wit blad.


In deze workshop wil Eric ons aansporen om actief met taal aan de slag te gaan door te spelen met rijm en associaties. Hij wil geen focus leggen op theorie en regeltjes, want dat is 'alleen maar gedoe'. Hij wil gaan voor creativiteit.

Wanneer iemand zijn stoute schoenen aantrekt en vraagt of hij zelf veel poëzie schrijft, is het antwoord: "Nee. Dat slaat dik tegen e? Ik schreef wel al 2 jeugdboeken."

Op dat moment is het voor mij even een knop omdraaien. Toch bijzonder om begeleid te worden door een spreker die de regels van de kunst eerder gedoe vindt en zelf weinig tot geen gedichten schrijft. Gelukkig ben ik hier niet om een perfecte dichter te worden, maar wil ik vooral de workshop beleven.



Zelf aan de slag!

Tijd om zelf de handen uit de mouwen te steken. Of beter gezegd de woorden uit de mond en op papier te toveren!

Als opwarmertje starten we met een woordslang. We gaan het hele rijtje af en iedereen zegt een woord met de beginletter b, zonder thema of enige andere restricties.

De b-woorden vliegen door de ruimte: beer, boer, bier, brand, bal, bank, bewegen, bang, …

Hoewel het laagdrempelig is, blijkt het tegelijkertijd weinig uitdagend. Zeker als we daarna nog een rondje doen met een andere letter.

Bij de derde woordslang moet elk woord starten met de eindletter van het voorgaande woord. Plots ben ik weer twaalf jaar oud en zit ik in de auto onderweg naar een verre bestemming. Intussen klinkt 'tafel, lama, Antwerpen, nooit, tam, mooi, ieder, rek, kaai, inzicht'.


Wanneer we beginnen te associëren in de woordslang (een auto doet denken aan stuur en stuur aan richting, enzovoort), krijgen we de tip: niet teveel nadenken, gewoon het eerste woord zeggen wat in je opkomt!

Als dan blijkt dat niet iedereen mee is met de rode draad van de opdracht, zorgt dit wel voor enige hilariteit in de groep. Ik hoor 'bakker, warm, Brazilië, vakantie, strand en dan brood'... Na dit woord valt een stilte en voel je vraagtekens rijzen. Doet strand je aan brood denken? Ooooh nee, klinkt het dan, ik dacht dat ik moest blijven associëren met bakker!



Als laatste opwarmer vullen we gezamenlijk een zin aan. Iedereen zegt het volgende woord uit de zin:

Ik - en - zij - komen - van - Brazilië - om - te - rusten - ...

Als laatste brei ik er het tussenwerpsel 'oef!' aan.



Rijmen en dichten zonder je gat op te lichten.

Na een korte pauze met een tasje koffie, een glaasje water en een stukje cake, worden pen en papier uitgedeeld.



De opdracht luidt: schrijf in één minuut zoveel mogelijk woorden op met de beginletter 'b'.

Ik krijg twintig woorden op een blad geschreven. Omdat dit één van de meeste is, mag ik mijn onsamenhangende woorden zo expressief mogelijk proberen te brengen.



Laat me je toevertrouwen dat dit best een uitdaging is, maar ik breng de Paul van Ostaijen in mezelf naar boven. Het gaat niet van 'boem paukenslag', maar van 'bal, beneden, berg en bron'.


Op dit punt in de workshop krijg ik even een dipje. Ik had toch iets hogere verwachtingen van de avond. Naar mijn gevoel blijven we wat hangen in laagdrempelig spelen met taal.

De volgende drie opdrachten slagen er niet meer helemaal in om dit gevoel bij te stellen, ook al komen we nu iets dichter bij het schrijven van poëzie. Ik vrees dat het kalf al verdronken is in het troebele poëziewater.


We mogen nog een kort rijmgedichtje maken van twee zinnen met het rijmwoord Pekinees en het onderwerp meneer.

Het verbaast me hoe lang er wordt nagedacht, hoe duchtig er geschreven en geschrapt wordt en hoe serieus de Pekinees en de meneer genomen worden.

Zelf had ik minder moeite met de woorden en flans het volgende op papier:


De opdracht rond beeldspraak komt nog het meest in de buurt van poëzie schrijven. Iedereen krijgt een strookje met een emotie op. De uitdaging is om deze emotie te beschrijven zonder synoniemen, clichés of het woord zelf te gebruiken.

De emoties die voorbijkomen zijn moe, verveling, trots, verliefd, …

In het zaaltje wordt opnieuw geworsteld, gezucht en gezwoegd, maar uiteindelijk ontstaan er toch poëtisch klinkende zinnen.


Om de workshop af te ronden krijgt iedereen nog een kleine afbeelding die je moet beschrijven in vijf woorden.

Helaas spreekt de foto niet echt tot mijn verbeelding en kom ik in één heel korte minuut niet verder dan volgende losse woorden:


En dan is de workshop ten einde. Ik keer naar huis met gemengde gevoelens, vijf kleurrijke postkaarten met gedichten én een raamstift.






Gaan mijn oren en ogen stelen?

Het was een leerrijke ervaring om eens een workshop poëzie mee te maken. Maar zou ik dezelfde aanpak gebruiken in mijn klas? Nee, de ideeën zijn zeker leuk om mee aan de slag te gaan, de uitvoering zou ik toch ietsje anders aanpakken.

Voor mij is poëzie je eigen gevoelens of gedachten neerschrijven en vorm geven zonder klare taal te gebruiken. Anderen doen stilstaan of trachten te raken met de verrassende schoonheid van taal. Het is niet schrijven over een schilderij en een aap of een Pekinees en een meneer of vijf woorden verzinnen bij een foto die je niet voelt.


De leerlingen laten kennismaken met regels, rijmschema's, dichtvormen, stijlfiguren, ... is voor mij geen 'gedoe'. Het kan hen alleen maar verrijken en helpen om uit te maken wat ze mooi, lelijk, intrigerend of helemaal niets vinden.


Hoewel de startoefeningen deels hun opwarmdoel bereikten, waren ze langdradig en te weinig uitdagend. Dit kan zeker anders! Bijvoorbeeld door vanaf de start meer uitdaging te bieden en onmiddellijk regels aan woordslang te verbinden: associatie, tegenstelling, een bepaald thema, ...

Zo krijg je een leuke activerende lesstart voor een les over rijmvormen, alliteraties of poëzie.


Ik zou meer keuzemogelijkheden geven aan de leerlingen in plaats van een opgelegde emotie of foto, zodat ze kunnen schrijven vanuit zichzelf. Poëzie schrijven is niet gemakkelijk. En het wordt alleen maar moeilijker als je moet schrijven over een gevoel waar je niets mee hebt, een gevoel dat je niet wil delen of een foto waar je niks bij voelt omdat die niet tot je spreekt.

Geef leerlingen vijf emoties om uit te kiezen of schrijf twintig emoties op het bord. Laat iedereen kiezen welke emotie hen het meeste aanspreekt, waar ze willen of kunnen over schrijven. Het maakt niet uit of iedereen toevallig dezelfde emotie kiest. Wanneer iedereen vanuit zichzelf schrijft, krijg je allemaal verschillende gedichten.


Ook bij de foto-opdracht kan je verschillende opties geven. Leg grote, sprekende beelden open op een tafel en laat leerlingen de foto nemen die hen persoonlijk prikkelt. Je verkleint zo de stap naar poëzie, want iedereen vertrekt van iets dat aanspreekt.

Of laat leerlingen hier samenwerken en elkaar aanvullen. Start met richtvragen stellen: Welke foto doet je denken aan vakantie, welke zin komt er in je op, ...

Laat ze dit aan elkaar vertellen met de boodschap: 'Wat komt er in je op na die gedachte of zin van je klasgenoot?' Deze zinnen vormen dan de basis om hun gedicht samen verder op te bouwen.


Als ze na de les hun eigen gedicht met een raamstift op een klasraam kunnen schrijven of op grote posters die je vervolgens ophangt in de klas, krijg je poëzie die zichtbaar wordt in plaats van verstopt in een boek in de kast.


Veel stof tot nadenken dus na deze workshop...

Terwijl ik nog wat verder broed op mijn ultieme creatieve poëzieles, ben ik benieuwd naar jullie ervaringen!

Zijn jullie zelf al aan de slag gegaan met poëzie in de klas? Wat waren jullie hoogtepunten, wat liep misschien niet helemaal gesmeerd? Wat zou je graag eens uitproberen?

Hoe wordt de week van de poëzie in jouw school beleefd?



Wil je op dit blogbericht reageren?  Graag!  Laat iets achter bij opmerkingen.
Reageer je als gast?  Vergeet dan niet even je naam te vermelden. 




Comments


download (1).jpeg
boek-hartvorm-750x500.jpg

© 2023 door CultuurGegluur, versterkt en beveiligd door Wix

bottom of page